maandag, november 13, 2006

Reïntegratie psychiatrische patiënt

Jacinta De Roeck schreef op 6 november een opiniestuk als reactie op het artikel "Reïntegratie van psychiatrisch patiënt op werkvloer niet altijd sucesvol" dat verscheen in De Morgen. Haar tekst werd niet gepubliceerd maar U kan die hieronder toch nog lezen. Het is een pleidooi voor een grotere investering van middelen om de chronisch psychiatrische patiënt beter te reïntegreren.


De reïntegratie van de psychiatrisch patiënt: géén mission impossible!

Dat psychiatrie niet het meest sexy onderwerp is, hoeft geen betoog. Daardoor mist het vaak de broodnodige maatschappelijke en beleidsaandacht. Maar voor wie én psychiatrisch patiënt is, én chronisch ziek, is het sociale vangnet wel erg klein geworden.

Kleinschalig onderzoek wees eerder al uit dat een kwart van onze thuislozen een psychiatrisch verleden heeft. Erg wetenschappelijk onderbouwd was dat onderzoek wel niet, maar het gaf wel aan dat onze zorgmaatschappij dringend meer aandacht moet geven aan deze groeiende doelgroep!

In Nederland is de reïntegratie en rehabilitatie van psychiatrisch patiënten al een stapje verder ontwikkeld. Een artikel gisteren in deze krant toonde echter aan dat ook daar niet alles vlekkeloos verloopt. Succes op de werkvloer bvb hangt af van sociaal aangepast gedrag: op tijd komen, een vlotte omgang met de collega’s, een betrouwbare attitude…En net daar nijpt het schoentje ...

De reguliere arbeidsmarkt bevindt zich dus vaak een trapje te hoog voor deze categorie mensen. Meteen vallen ze terug op een vervangingsinkomen. Een comfortabele woning, een aangename leefomgeving, fatsoenlijke maaltijden en een degelijke medische verzorging zijn en blijven daardoor moeilijk bereikbaar. Toch is bvb een juiste medicatie en vooral het regelmatig en volgehouden nemen ervan cruciaal om een minimale sociale integratie te garanderen. Ondersteunende thuiszorg zou daarbij meer dan welkom zijn, maar is financieel niet haalbaar voor deze chronische patiënten.Enkel verzorgende handelingen kunnen immers in aanmerking komen voor terugbetaling, het opvolgen van een correct medicatiegebruik niet…

We hebben met zijn allen wel de mond vol van integratie en rehabilitatie, en dat liefst buiten de muren van de residentiële psychiatrische zorg. Véél beter voor de patiënt en stukken goedkoper voor de maatschappij! Alleen vertikken we het om hiervoor de nodige middelen vrij te maken: een degelijk vervangingsinkomen is er daar een van, adequate medische en psychosociale begeleiding een andere, toegang tot haalbare arbeid op maat de derde voorwaarde.

Vooral op dat laatste vlak is nog een enorme weg te gaan. Om het erg simplistisch en cru te stellen moet je als patiënt kiezen tussen een job in een sociale werkplaats, in de reguliere arbeid of in het vrijwilligerswerk. Sociale tewerkstelling betekent voor veel patiënten een onderschatting van hun mogelijkheden, terwijl reguliere arbeid een resem vaardigheden veronderstelt waar ze nu net niet toe in staat zijn. Vrijwilligerswerk kan dan weer heel zinvol zijn voor het zelfbeeld, maar wordt financieel niet beloond en biedt dus op termijn evenmin een uitkomst.
Het project “activering” dat twee jaar proef liep kreeg van minister Demotte een onvoldoende en werd dus afgevoerd. Ten onrechte want de inlooptijd voor zo’n omvangrijk proefproject was al te kort. Bovendien is het zeer de vraag of activering uitsluitend in de traditionele tewerkstelling gesitueerd moet worden. Moeten we ook het vrijwilligerswerk niet de juiste plaats geven in ons tewerkstellingsbeleid, en vooral, moeten we niet dringend op zoek gaan naar nieuwe vormen van ‘sociale economie’?

Een ideetje? In de VS loopt een project waarbij psychiatrisch patiënten met bepaalde werkvaardigheden (vb computerspecialisten) in een werkpool ondergebracht worden. Het is de ‘pool’ die een arbeidsovereenkomst sluit met een bedrijf. Een bepaalde tewerkgestelde kan individueel dus een tijdje ‘out’ zijn, de opdracht wordt hoe dan ook uitgevoerd door een pool collega’s met dezelfde professionaliteit.

Hoog tijd dus voor onze beleidsverantwoordelijken om samen met de sector na te denken over nieuwe mogelijkheden om de toenemende groep van chronisch psychiatrisch patiënten te geven waar zij recht op hebben: een fatsoenlijk inkomen - liefst via haalbare en zinvolle jobs -, een duurzame medische en psychosociale ondersteuning en een waaier aan woonvormen op maat (beschut, begeleid of zelfstandig wonen…).

Bijkomende studies zijn hiervoor echt niet nodig. Een diepgaand overleg met de sector en het willen leren uit buitenlandse expertise volstaan om op korte termijn een beleid uit te tekenen dat een win-win situatie vormt én voor de chronisch psychiatrisch patiënt én voor onze sociale zekerheid.

Jacinta De Roecksenator sp.a-spiritfractie

6-11-2006

Geen opmerkingen: