dinsdag, oktober 24, 2006

ZOT

Als iemand je een “zot” noemt dan beschouw je dat niet onmiddellijk als een aanduiding van begrip voor je psychische toestand.

Ik vroeg me af wanneer ik dit woord voor het eerst hoorde en dit gaat terug tot mijn vroegste jeugd. Het woord “Zot” heeft in een mensenleven reeds heel vroeg de bijklank van minderwaardig wezen en het kind dat door zijn leeftijdsgenoten als zot werd benoemd zag zijn populariteitsscore drastisch slinken als de anderen het woord met betrekking tot hem overnamen. Dit korte, makkelijke uitspreekbare woord oefende onmiskenbaar een grote aantrekkingskracht uit op snoodaards die erop uit waren misdadige macht uit te oefenen op leeftijdsgenoten

Een gewone dag eind jaren 60. De herfstzon op de speelplaats belooft er na schooltijd ook nog te zullen zijn zodat ik de overblijvende vrije uren van de dag buiten zal kunnen spelen. De uren in afwachting worden met even grote intensiteit doorleefd als de vrije tijd zelf. Waarom zou ik me druk maken om die laatste les aardrijkskunde? Waarom zou ik me druk maken om de saaie leraar straks?

Anderen lijken zich wel nog druk te maken op dit uur van de dag. Rondom me roepen kinderen scheldwoorden. Eén van hen herhaalt op een dreinerig zangtoontje één woord. Hij laat de ene lettergreep langgerekt schallen zodat die meer indruk maakt: “Zooo-ooo-ooot, zooo-ooo-oot, zooo-ooo-oot”. De toegezongen jongen wordt rood van woede en vliegt op zijn belager af. Deze laatste rent hard lachend weg, wetende dat hij geslaagd is de ander heel diep te kwetsen.

Het moeten de eerste graffiti geweest zijn die ik in mijn jeugd ontmoette. Het woord zot is in drukletters op de deur van een toilet geschreven, echter niet als een tag om aan te geven dat “Zot” hier geweest was. De letter “Z” wordt boogsgewijs onderaan en bovenaan over de “O” heen verbonden met de “T”. Het geheel leek eerst nog op een vriendelijk kijkend mannetje met een pet, tot het handig verpakte geschenk zijn beledigend karakter prijs geeft en de O niet langer meer een vriendelijk oog is maar veeleer de weerspiegeling van de eigen verstomd geopende mond. En het is net deze weerspiegeling van de verstomming op de toiletdeur die een gevoel van schaamte toevoegt omwille van de afgestrafte goedgelovigheid.

Het ZOT-teken blijft als een brandmerk in je herinnering en later teken je het uren lang op de bedompte ruit in de hoop iets van dat vriendelijke mannetje terug te vinden.

Geen opmerkingen: