Het lijkt een periode te zijn waarin romanschrijvers veel interesse hebben voor de geschiedenis van de psychiatrie. De laatste twee jaren verschenen drie interessante romans. Ik heb voorlopig nog geen enkel ervan gelezen maar ik ben vast van plan dit goed te maken. Hieronder leest U alvast een korte voorstelling van de drie boeken.
Per Olov Enquist: Blanche en Marie (2005)
Blanche en Marie is een roman over mogelijke en vooral ook, onmogelijke liefde en speelt zich af in Parijs aan het begin van de twintigste eeuw. Centraal staan Blanche Wittmann, ooit een van de bekendste zenuwpatiënten ter wereld, en Marie Curie die tweemaal de Nobelprijs won maar vanwege een verboden liefde een verschoppeling werd in wetenschappelijke kringen.Blanche Wittmann werd als jonge patiënte opgenomen in de psychiatrische kliniek van het Salpètrière-ziekenhuis in Parijs. Haar arts was J.M. Charcot, wereldwijd bekend als de eerste arts die hypnose toepaste bij de bestrijding van wat toen bekend stond als hysterie bij vrouwen. Onder de bezoekers van zijn publieke séances bevonden zich August Strindberg en de jonge Freud. Nadat Charcot was overleden werd Blanche assistente van de Pools-Franse Nobelprijswinnares Marie Curie.Blanche en Marie raakten innig bevriend. Blanche wist van Maries onfortuinlijke liefdesaffaire met haar getrouwde collega Paul Langevin. Deze affaire leidde tot een enorm schandaal op het moment waarop Marie haar tweede Nobelprijs ontving voor haar ontdekking van radium.
Per Olov Enquist, Blanche en Marie, 264 pagina'sgebonden € 19,95ISBN 978 90 263 1895 5
Geen opmerkingen:
Een reactie posten