Kopland publiceerde sinds 1966 meer dan tien bundels met poëzie en essays. Hij ontving diverse onderscheidingen voor zijn poëzie, waaronder de PC Hooftprijs in 1988 voor zijn gehele oeuvre.
Ga nu maar liggen, liefste, in de tuin,
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand om te blijven.
Ik vernam zijn overlijden toen De Slegte me een nieuwsbrief stuurde en ik daar de foto van de dichter zag met naast zijn naam twee datums tussen haakjes, de eerste datum is 1934 en de laatste datum is 2012. Het is confronterend de einddatum te zien staan. Ik herinner me Kopland vooral van het interview waarin de vraagsteller Wim Kayzer was. Het was een deel van het programma "Van de Schoonheid en de Troost". Kopland had het daar over het verband tussen psychiater en dichterschap. Hij vond dat het twee aparte beroepen waren. Hij heeft het daar ook over de relatie met zijn moeder die dement was voor ze stierf. Een bevriend psychiater stuurde naar Kopland de foto's van de hersenen van zijn moeder. Kopland beschrijft de ontzetting die hij voelt bij het zien van de foto's omdat hij weet dat hij daar, in die hersens moet aanwezig geweest zijn en dat hij daar, nu ze dood was, niet meer was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten