Het Nederlandse Trimbos organiseerde een onderzoek in verband met opvang voor dementie.
Met zes mensen in een eengezinswoning of met zestig andere dementerende ouderen in een grootschalig verpleeghuis? Helpen met aardappelen schillen voor het avondeten, of een opgediende maaltijd uit de gaarkeuken?
Uit de resultaten van het door het Trimbos-instituut en het VUmc gezamenlijk uitgevoerde onderzoek, blijkt dat ouderen met dementie beter af zijn in een kleinschalige woonvorm dan in een grootschalig verpleeghuis. Bewoners hebben minder hulp nodig bij hun dagelijkse activiteiten en zijn meer bij elkaar betrokken. Ook genieten zij meer van de omgeving en hebben ze vaker iets om handen. Gedragsproblemen komen bij deze ouderen overigens net zo vaak voor als bij ouderen in grootschalige verpleeghuizen.
Daarnaast blijkt ook het verzorgend personeel liever in kleinschalige woonvormen te werken. Ze zijn tevredener, ervaren meer sociale steun van elkaar, hebben meer plezier in hun werk en daardoor ook minder burn-out klachten dan hun collega’s in verpleeghuizen. Het personeel in kleinschalige woonvormen werkt vaak in een klein vast team dat zelf de touwtjes in handen heeft, terwijl de organisatie in grootschalige verpleeghuizen hiërarchischer is. Dat verschil zou een verklaring kunnen zijn voor de positieve effecten van kleinschalig wonen.
Ook de familieleden van bewoners zijn tevreden over de kleinschalig wonenprojecten. Ze vinden dat verzorgenden minder gehaast zijn in de omgang met de bewoners. Bovendien zijn ze van mening dat er meer respect is voor de belevingswereld van de bewoners en de gevoelens van de familieleden. Voor de zorgbelasting en gezondheid van de familieleden blijkt het echter niet uit te maken of een opname in een kleinschalige woonvorm of een grootschalig verpleeghuis plaats heeft: de situatie van familieleden ondergaat in beide gevallen een aanzienlijke verbetering.
(voor meer info over de onderzoeksresultaten lees hier)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten