Kunnen de raaklijnen tussen psychiatrie enerzijds en filosofie en religie anderzijds een middel zijn om te werken met chronisch psychiatrische patiënten die zonder hoop zijn op genezing. Volgens An Haekens (Psychiatrisch Ziekenhuis Tienen) in ieder geval wel.
"Palliatieve psychiatrie" of "psychiatrische palliatie" zijn relatief nieuwe begrippen in de geestelijke gezondheidszorg. Volgens An Haekens moet de psychiater bescheiden blijven en zich niet aan therapeutische hardnekkigheid bezondigen.
"Als we eerlijk zijn, moeten we toegeven dat veel psychiatrische aandoeningen niet echt te genezen zijn. Strikt genomen doen we ook vaak niet meer dan het lijden verzachten", verklaarde psychiater An Haekens onlangs in het weekblad Tertio. "Hulpverleners moeten zich wel hoeden voor therapeutisch fatalisme, maar soms bezondigen ze zich aan therapeutische hardnekkigheid", voegde ze eraan toe. Om deze ietwat provocerende stelling te verduidelijken, hadden we met haar een gesprek.
Wat betekent voor u therapeutische hardnekkigheid in de psychiatrie?
An Haekens: Therapeutische hardnekkigheid in de psychiatrie betekent hetzelfde als in de "somatische" geneeskunde, met name tegen beter weten in blijven behandelen. Ook in de psychiatrie is dit mogelijk: situaties waar men blijft behandelen, zowel met psychofarmaca als met psychotherapie, en dus hoopt en verwacht dat de patiënt beter zal worden, en op die manier ook aan de patiënt (en zijn familie) irrealistische verwachtingen geeft en stelt, zijn niet denkbeeldig.
Is het niet zo dat in de palliatieve zorg in feite niet de patiënt, maar wel eerder de zorg en onderzoeken met curatieve doeleinden opgegeven worden?
Daar kan ik helemaal mee akkoord gaan! De omschrijving van palliatieve zorg in de "somatische geneeskunde" is perfect toepasbaar op de psychiatrische setting, als met "de zorg" behandelen bedoeld wordt.
U lijkt wel pessimistisch over de psychiatrische behandelingen in het algemeen. Is er de laatste jaren geen vooruitgang meer geboekt?
Ik vind het jammer dat de indruk zou worden gewekt dat palliatieve zorg in de psychiatrie vertrekt vanuit een pessimistische kijk op de behandelingsmogelijkheden. Uiteraard en gelukkig is er de voorbije jaren heel wat vooruitgang geboekt en hopelijk volgen er nog vele nieuwe ontwikkelingen en behandelingsmogelijkheden de komende jaren.
Het is evident dat alle patiënten recht hebben op het maximale gebruik van alle behandelingspotentieel dat voorhanden is (zowel medicamenteus als psychotherapeutisch) en heel veel mensen met een psychische aandoening kunnen dan ook goed geholpen (en genezen) worden.
Het gevaar bestaat evenwel dat bij de "chronische" patiënt, die niet meer "behandelbaar" is, en misschien ook niet meer zo interessant, er een zeker omslag dreigt van wat we "therapeutische hardnekkigheid" zouden kunnen noemen naar "in de steek laten"… Maatschappelijk is die tendens al duidelijk waar te nemen. Er is als het ware geen plaats meer voor de "chronische psychiatrische patiënt" in onze samenleving: er is een lange wachtlijst voor PVT-bedden, ouder wordende "chronische" psychiatrische patiënten verstoren de therapeutische programma's in de psychiatrische ziekenhuizen die alsmaar dynamischer worden en acuter werken, rusthuizen zijn over het algemeen wat huiverig om deze mensen op te nemen…
Het is alsof de geneeskunde het moeilijk heeft om een middenweg te vinden tussen curatief optreden enerzijds en het afstoten van de patiënt anderzijds. Palliatieve zorg erkent dat er grenzen zijn aan de curatieve geneeskunde maar niet aan de medische zorg voor mensen.
Ik wil dan ook niet pessimistisch zijn wat betreft de behandelingsmogelijkheden in de psychiatrie, maar we moeten bescheiden blijven: er blijven ernstige psychiatrische aandoeningen bestaan waar de betrokkenen levenslang mee opgescheept zitten en het blijft heel erg belangrijk om op een goede en humane manier zorg te dragen voor deze gekwetste en kwetsbare mensen.
Hoe kan je de patiënt terug hoop geven?
Pastoraaltheologe Anne Vandenhoeck maakte over de "hoop" een interessante doctoraatsthesis. Zij stelt dat we in de geneeskunde veel te veel het begrip hoop reduceren tot één aspect van de hoop, met name curatieve hoop, de hoop op genezing.
Is de psychiater een machteloze arts?
De psychiater is geen machteloze arts, maar voelt zich soms machteloos, vooral in situaties waar er geen echte hoop op genezing is en patiënten het gevoel hebben van in een situatie van "uitzichtloos psychisch lijden" terechtgekomen te zijn. Het concept "palliatie" kan helpen om met zo'n (dreigend) gevoel van machteloosheid om te gaan. Het betekent immers dat je als psychiater probeert de diagnose en het streven naar genezing los te laten en samen met de patiënt probeert te zoeken naar manieren om zijn pijn te verzachten, naar sporen van hoop (los van de curatieve hoop), en manieren om met de ziekte en zijn symptomen te leven en om te gaan.
Hoe kan de psychiater ervoor zorgen niet te veel betrokken te raken bij het lijden van de patiënt? Met andere woorden, tot waar gaat de empathie?
"Mee lijden" is inderdaad heel belangrijk, maar je mag er als psychiater zelf geen "last" van krijgen. Het blijft belangrijk om de grenzen te bewaken. Dat is een moeilijke evenwichtsoefening die ook verandert gedurende de carrière of het leven van een psychiater. Als ik voor mezelf spreek, merk ik dat ik met het krijgen van kinderen en wellicht ook het ouder worden, gevoeliger word voor het leed van mijn patiënten en het lijden van de ene patiënt raakt me soms dieper dan het lijden van de andere. Uiteraard moet je zelf wat goed in je vel zitten en mag je niet al te veel problemen hebben om met een groot hart en goede oren je patiënt tegemoet te treden. Voortdurend jezelf bevragen (en je laten bevragen) blijft ook hier de boodschap. Intervisie en supervisie zijn in deze context van groot belang.
Hoe kan palliatieve psychiatrische zorgverlening in de praktijk worden toegepast?
De Nederlandse psychiater Koerselman schrijft hierover dat we in zulke situaties (van uitzichtloos lijden waar geen "behandeling" meer mogelijk is) de diagnoses moeten loslaten en ons richten op de symptomen: bijvoorbeeld angst, wanhoop enz., en proberen hiermee om te gaan. Ook aandacht hebben voor het lijden op zich en onze kennis hierover vergroten, is belangrijk, los van de eigenlijke ziekte.
Bron: Artsenkrant van vrijdag 21 december 2007
met dank aan Popovggz voor het bericht.
Een andere uitspraak van An Haekens:
"De hulpverlening moet zelf de vraag durven stellen wat haar eigen beleving is van 'uitzichtloos psychisch lijden'. En dan gaat het om 'palliatieve psychiatrie', die bij uitzichtloos psychisch lijden van patiënt en omgeving toch zoekt naar perspectieven van hoop en menselijke verbondenheid. Zo'n benadering veronderstelt echter veel rijkere en complexere denkkaders dan de blinde verheerlijking van de autonomie."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten